BASICS.
LAST NAME: Warren
FIRST NAME: Katherine
NICKNAME: Kat
ALIASES: Jack of Clubs, Flea, parasite, Last Resort
GENDER: Vrouwelijk
ORIENTATION: Heterosexueel
AGE: 22
DOB: 10/12/..
ZODIAC: Boogschutter
POB: Little Rock, Arkansas, USA
LOOKS.
HEIGHT: 167 cm
WEIGHT: 51 kg
FIGURE: Aantrekkelijke vormen, ribben die te tellen zijn, pezige spieren, het voorbeeld van een schoonheid die rampen overleeft: ze is niet mooi of stralend, maar haar lichaam heeft iets vluchtigs wat haar onweerstaanbaar maakt.
SKIN: Licht gebruind
HAIR: Donkerbruine, grof golvende lokken dansen over Kat’s schouders. Eens reikten ze tot halverwege haar rug, maar sinds de uitbraak heeft ze haar haren tot net beneden haar schouders afgeknipt.
EYES: Groenbruinig. Ze staren je meestal geamuseerd aan – maar wees voorzichtig, zodra er iets anders dan een tevreden blik in haar pupillen staat, maak dan dat je weg komt.
FACE: Kat heeft hetzelfde soort gezicht als haar lichaam: het is niet uitzonderlijk mooi, of schattig, of interessant, maar het heeft íets. Een soort vluchtigheid, een soort ongrijpbare aantrekkingskracht die haar aantrekkelijk maakt.
CLOTHES: Het moet makkelijk zijn, haar bewegingsvrijheid geven, maar haar ook nog een beetje aantrekkelijk houden. Leren jacks, witte t-shirts met jeans en laarzen zijn favoriet.
voorbeeld.ACCESSORIES: Een typische hipsterbril – haar ogen zijn niet zo goed. Ze draagt tegenwoordig eerder lenzen aangezien dat makkelijker is, maar zodra die opraken is ze weer gedoemd tot het dragen van haar bril.
TATTOOS: Kat’s gehele linkerarm is bedekt met een geometrische sleeve.
PERSONALITY.
OVERVIEW: Katherine Warren is hyperintelligent. Haar hersenen werken op zo’n hoog tempo dat het bijna niet bij te houden voor anderen. Het nadeel aan deze hyperintelligentie is echter dat het leven haar vrij snel verveelt. En daar gaat het bij Kat grondig mis.
In de zoektocht naar een verlichting van haar verveling is ze erachter gekomen dat mensen het beste soort tijdverdrijf zijn. De reacties, de emoties, de levens van anderen zijn voor haar net een schaakspel. Hoewel ze mensen niet als pionnen ziet en zichzelf niet als speler, kan ze wel accuraat voorspellen wat haar medemens zal gaan doen.
Nu er echter meer zombies dan mensen zijn heeft ze haar interesse – gedwongen – verplaatst naar de ondoden. Ze speelt een gevaarlijk spelletje tussen mensen, zombies en zichzelf, waarin ze zowel pion als speler is.
Van haar hyperintelligentie is op het eerste gezicht echter niets te merken. Ze komt over als een zelfverzekerde, vrolijke jongedame. Een beetje té vrolijk soms, tot op het irritante af. Kat houdt ervan om je tot op je grenzen te krijgen en je dan doodleuk over die grenzen heen te duwen, alleen maar voor een reactie.
De dame haar vrolijkheid loopt vaker wel dan niet over in een flirterige glimlach of een goed geplaatst innuendo. Hoewel ze nog nooit een relatie heeft gehad is Kat ervaren op het gebied van liefde en heeft haar vluchtigheid, haar indruk dat ze veel weet maar je niets zal vertellen, een effect wat bijna geen man kan weerstaan.
Ze is een meester in het binnenkomen van gesloten plaatsen. Zowel virtueel als digitaal kan geen kluis Kat Warren buitenhouden. Een meesterhacker en een geweldige videogamer, Kat zou in elk ander leven de perfecte tomboy zijn geweest, ware het niet dat ze zich zo bewust is van haar vrouwelijkheid.
Als je echter zaken praat komt er een heel ander persoon naar voren. Nog steeds speels en nog steeds verleidelijk, maar een stuk volwassener. Als persoon kan ze overkomen als iemand die voor de lol iemand laat struikelen, als zakenvrouw komt ze over als iemand die, als ze een woord verkeerd zegt, je aan stukken snijdt en aan de straathonden voert.
Want Kat’s werk is serieus werk, hoe vrolijk ze er zelf ook over doet. Ze is de beste informante in het gehele gebied. Dat is altijd zo geweest en het zal voorlopig ook nog wel even zo blijven, aangezien de rest van de informanten, wel, dood is.
Soms geeft de vrouw haar informatie gratis weg, om te kijken hoe het uiteindelijk op een ramp uitloopt, maar meestal vraagt ze er een prijs voor. Niet hoog en niet laag, precies in het midden, maar er zal altijd iets aan kleven. Een naar gevolg, een bittere nasmaak.
Onder dat masker van vrolijke spot en verleidelijke woorden zit echter een beschadigd stuk mens. Door haar onverbeterlijke trots zal ze het nooit toegeven, maar haar verleden heeft haar met een aantal mentale littekens achtergelaten die haar ervan te weerhouden te slapen ’s nachts, die haar paniekaanvallen bezorgen zodra er een trigger is. Haar posttraumatische stress is iets wat ze maar al te goed verbergt, maar wat ze niet kan wegpraten.
POSITIVE: hyperintelligent, meesterhacker, vrolijke instelling, inventief, overtuigend.
NEGATIVE: snel verveeld, niet te vertrouwen, niet in staat te vertrouwen, lijdt aan PTSD, geeft niet om anderen, irritant.
LIKES: lolly’s, mensen, videogames, vrijheid, de emoties van anderen, aardbeien.
DISLIKES: "morele bullshit", leiderschap, jankebalken, te weinig slaap,
zichzelfQUIRKS: Kat houdt ontzettend van aardbeien met slagroom. Zoveel zelfs, dat ze in elk van haar basissen een plant onder een warmtelamp heeft staan, waardoor ze zelfs in de ramp niet zonder komt te zitten.
PAST.
Kat werd geboren in een wereld die maar weinig mensen kennen: de wereld van escorts en politici en leugens. Het meisje was het kind van een senator en een escort – een omhoog gevallen prostituee – en hoewel ongewild, was het al te laat om er iets aan te doen toen ze erachter kwamen dat ze zwanger was. Het kind kwam ter wereld: Katherine Warren was ongewild en zou ook altijd ongewild blijven.
Kort na haar geboorte verhuisden ze van Arkansas naar Bakersfield, Californië. Haar vader zag ze nooit en haar moeder zag het meisje ook bar weinig, want zelfs met de extra inkomsten die binnenkwamen in de vorm van omkoping van de senator, was er weinig geld. Kat was dus vaak alleen. Al vlug leerde ze zichzelf dingen aan. Lezen, schrijven, ze kon rekenen voordat ze ook maar naar de lagere school ging.
Het ging voor haar met een vliegende vaart en ze leek in staat te zijn om zichzelf uit de ghetto te hijsen waarin haar moeder haar opvoedde – ware het niet dat haar intelligentie teveel van het goede was.
Op achtjarige leeftijd werd de kleine Kat voor het eerst haar verveling zat. Haar boeken had ze gelezen, haar huiswerk had ze gemaakt, er was niets meer voor haar te doen – tot ze erachter kwam hoe ze haar klasgenootjes tegen elkaar op kon zetten.
Haar eindeloze observaties hadden haar het perfecte inzicht gegeven voor zo’n rotstreek en het werkte perfect: haar klasgenoten raakten zo’n beetje verwikkeld in de basisschoolversie van de tweede wereldoorlog en niemand verdacht Kat. Dit, besloot ze, was leuk. En zo werd haar meest gevaarlijke hobby geboren: het beïnvloeden van mensen zonder dat ze het doorhebben.
Hoewel het haar op school makkelijk af ging, was het thuis een stuk minder makkelijk. Katherine moest vanaf het moment dat ze kon lopen helpen met het huishouden en haar moeder was er bijna nooit – als ze er al was, dan was ze dronken of met een man en moest Kat zich gedeisd houden.
Dus als ze thuis was, focuste ze zich op het enige wat haar kon afleiden: haar computer. Een oud, langzaam geval wat ze door de jaren heen had leren gebruiken en zelfs wist om te bouwen naar een sneller werkende machine.
Tegen de tijd dat Kat vijftien was en ze haar eerste jaar op high school in ging, was ze een gefrustreerde tiener die haar frustraties uitte door mensen tegen elkaar op te zetten en dan de agressie aan te kijken. En dit keer ging het niet onopgemerkt: er was één persoon die haar doorhad.
Lucas zat in haar jaar, bij een paar van haar lessen. En hoewel hij het eerst vredig probeerde, was er voor Kat geen onderhandeling mogelijk. Ze zou niet stoppen met haar praktijken, wat hij ook zou zeggen. Sterker nog, ze ging hem irriteren. Het begon met bijnamen, propjes naar zijn hoofd, gummen die verdwenen. En toen ging ze haar connecties gebruiken. Ze zette mensen in zijn omgeving tegen hem en tegen zichzelf op, waardoor ze hem feitelijk in het verderf stortte.
Zo ging het ruim twee jaar door. Aan het eind van die twee jaar, toen zij zeventien was en hij achttien, waren hun ontmoetingen al lang niet meer plagend. Nee, dit waren bloedserieuze gevechten waaraan Kat meestal ontsnapte – als ze dat niet zou doen, zou Lucas haar waarschijnlijk doden.
Maar zo kon het niet eeuwig doorgaan. Kat’s moeder kwam om in een ongeluk en het meisje zag het als het ideale excuus om uit haar huidige leven te komen. Ze maakte high school niet af, pakte haar spullen en vertrok, naar de enige plaats die ze kende: de straten van Fresno.
Met haar hacker-kwaliteiten en een goed geplaatst glimlachje hier en daar wist ze zich op te werken tot een van Fresno’s meest roemruchte informanten onder de naam Jack of Clubs. Ze kwam in de problemen, kwam er net zo makkelijk weer uit. Ze speelde met de gangs in de stad, de groeperingen, de mensen in het algemeen. Ze had er jaren mee door kunnen gaan: tot er een paar weken geleden een zombievirus uitbrak.
Kat had het wat eerder door dan de rest van de mensen. Niet omdat ze nu zo bijzonder opmerkzaam was, maar omdat haar filters al dagen informatie aan haar doorstuurden. Hoewel ze het opzij had geschoven als een kleine paniek die snel weer weg zou sterven, was ze niet erg verrast toen de ramp daadwerkelijk uitbrak.
Op dat moment was Kat in Fresno. Haar eerste reactie was een overleversreactie: voor de infectie zich compleet verspreidt had, toen mensen nog gilden en anderen nog renden, verzekerde ze twee appartementen en wat voorraden. Ze had genoeg zombie-spellen gespeeld om te weten dat er niets belangrijker was dan een veilige plek. Haar kennis over elektriciteit zorgde ervoor dat ze een paar generatoren aan de praat wist te krijgen en met wat er nog over was van haar connecties kreeg ze een wapen in handen: ze was voorbereid.
Na de eerste paar dagen, toen het grootste gedeelte van de mensen in de stad al zombie was, verzekerde ze nog één appartement, voordat ze uit Fresno vertrok. Het was een gevaarlijke tocht, maar ze kwam er relatief onbeschadigd af: een horde en een paar losse zombies die ze zonder al teveel ceremonie door het hoofd schoot.
In Bakersfield zocht ze als allereerst haar oude huis op: het stond nog leeg, maar had al haar achtergelaten spullen. Dat werd haar eerste basis in Bakersfield. Een dag later besloot ze dat ze een tweede huis nodig had, voor de zekerheid. Dus een paar straten verderop maakte ze een verlaten basisschool tot haar eigendom. Op het moment verblijft ze daar, heen en weer gaand tussen het huis en de school. Er is echter een grote drang om terug te gaan naar Fresno: met meer voorraden en meer kennis over die stad weet ze zeker dat ze, ondanks de grote hoeveelheid zombies daar, er een grotere overlevingskans heeft.
RELATIONSHIPS.
FATHER:
zombified and killed Senator Warren was geen slechte vader. Hij betaalde child support, zond iedere verjaardag een kaartje. Hij was wel een slechte echtgenoot, blijkt uit Kat’s bestaan. Met hem heeft ze amper contact gehad. Hij stierf kort na het begin van de uitbraak, gedood in een van de pogingen van het leger om de zombies te stoppen.
MOTHER:
killed before apocalypse Kat’s moeder was geen makkelijke vrouw. Een omhoog gevallen prostituee die haar dochter amper een goede opvoeding kon geven, zelfs met de hulp van een senator. Ze hadden geen goede band en toen haar moeder stierf toen Kat zeventien was, heeft ze weinig om haar gerouwd.
LUKE:
very much alive Hoewel vijand het woord is wat het dichtst bij hun relatie in de buurt komt, is het eigenlijk een slechte omschrijving. Van zijn kant is er haat en van haar kant is er amusement. De twee draaien om elkaar heen als zon en maan, als elkaars tegenpolen en als gelijken. Hun ontmoetingen zijn gewelddadig, kort, grof, onaangenaam en gespannen. Maar Kat speelt graag met vuur en Lucas is haar favoriete vlam.
SURVIVAL.
FLICKBLADE: Kat’s meest gebruikte wapen is een flickblade. Het lijkt een vrij nutteloos wapen, maar ze heeft er meestal een stuk of vijftien bij zich en met vijf messen in je lichaam loop je een stuk moeilijker. Ze werpt echter liever niet met haar messen, gebruikt ze meer in close combat.
AUTOMATIC SHOTGUN: Voor het geval ze toch een horde uit moet schakelen, wanneer een mes dus niet werkt, heeft de dame een automatische shotgun waarmee ze best aardig kan schieten. Er is echter weinig munitie voor dit model te vinden.
PARKOUR: Kat ként de stad. Ze weet elke straat, elk dak, elke losse steen, elke scherpe hoek en elk dood eind. En ze kan erdoor navigeren. Er zijn dagen dat de jongedame de grond geen enkele keer raakt, als ze van basis naar basis rent. Lenig is ze, snel is ze. Wat ze ontbreekt in kracht dat krijgt ze tien keer terug in wendbaarheid. Kan ze de zombies niet aan, dan rent ze gewoon van ze weg.
BASES: Na de uitbraak heeft Kat als eerste vijf basissen verzekerd: in drie appartementen in Fresno en twee plaatsen in Bakersfield staan generatoren en computers, met meer harddrives en usb-sticks dan je je voor kan stellen. Hier slaapt ze, werkt ze, leeft ze. Zodra het in een van de basissen te heet onder haar voeten wordt, vlucht ze naar de volgende. De basissen zijn op verschillende manieren beveiligd: afgeplakte ramen, berenvallen, prikkeldraad, isolatie tegen geluid.
KNOWLEDGE: Zoals al eerder gezegd, Kat weet gewoon een hoop. Over mensen, over voorraden, over zombies, over alles. En als ze iets niet weet, dan kan ze het makkelijk voor je vinden in een van de duizenden databases die ze over de afgelopen jaren uit verveling gekraakt heeft.
PHYSIQUE: Kat’s lichaam mag licht en aantrekkelijk zijn, het is absoluut geen lichaam om mee te vechten. Ze bezit weinig tot geen echte spierkracht en heeft vaak hefbomen nodig om brute schade te kunnen doen.
PTSD: De dame lijdt aan een behoorlijk zware portie posttraumatische stress. Het leidt onder andere tot slapeloosheid, angstaanvallen en vertrouwensproblemen. Ze kan dus niet samenwerken in groepsverband, opereert vaker op caffeïne en suiker dan op echte energie en is op sommige momenten compleet hulpeloos.