Vermoeid drukte Sin zijn rug tegen één van de houten palen die in de aarde geboord was. Dagen achtereen had hij door onveilig gebied gereisd. Nu hij in Safe Haven was aangekomen, zag hij pas kans te rusten. De versleten rugzak om zijn rechterschouder gleed naar beneden en belandde op de grond. Met een diepe zucht liet Sin zich ernaast vallen. Zijn bedachtzame blik bestudeerde de directe omgeving. Vermoeide, nerveuze gezichten keken zijn richting op. Vanaf het begin van zijn eeuwige zwerftocht had hij onbewust een naam voor zichzelf gemaakt. Mensen zagen hem als een vreemdeling, een mysterieuze schim die meestal niet veel goeds betekende als hij ergens opdoemde. Met zijn baardje van een paar dagen, halflange, wilde kapsel en grimmige gezicht straalde hij ook niet veel positiefs uit.
Aan de andere kant bestond dit ‘kamp’ alleen maar uit vreemdelingen; mensen die overal en nergens vandaan waren geplukt en hier ternauwernood probeerden te overleven. In principe zou zelfs hij daar prima tussen moeten passen.
Kalm liet Sin wat water uit zijn veldfles sijpelen en depte zijn voorhoofd. Het vuil van de wildernis kleefde aan zijn huid en kleren, maar hygiëne was in deze tijden niet bepaald een eerste prioriteit.
De eerste zonnestralen van die ochtend warmde zijn koude ledematen op en omarmde zijn verkleumde lichaam. Het was koud en vochtig geweest de afgelopen dagen. Niet dat hij niks gewend was inmiddels, maar god wat hij had behoefte aan een bed en iets warms te eten. Het hoefde niet speciaal te zijn. In de kazerne kreeg je immers ook niks beters voor je neus dan wat magnetronzooi en een veldbed tussen tientallen andere lichamen, maar na een lange dag voelde zelfs dat als een drie sterren maaltijd en een luxe hemelbed. Hm...
Even leek Sin uit zijn gedachten op te schrikken toen twee heldere, groene ogen hem recht aanstaarden. Met enige verbazing en vermoeidheid keek hij op. Een klein meisje sjokte aan de hand van een vrouw mee. Ze moest een jaar of vijf zijn, naar zijn inzicht. Het was ongewoon te noemen om zo'n jong kind levend te zien. Kinderen waren namelijk vaak de eerste slachtoffers. Ze hadden een kleinere kans om te vluchten, waren niet opgewassen tegen vijanden in een gevecht en maakten het slecht wanneer zij op zichzelf aangewezen waren.
De blik van het meisje gleed naar beneden en bleef op iets hangen.
Sin boog zijn hoofd iets, zodat hij net vanuit zijn ooghoeken op kon merken dat ze naar het knuffeltje in zijn zak keek. Het was het enige wat hij nog van zijn zoontje Jamie had. Het enigszins kapotte, maar nog altijd schattig uitziende konijntje stak sterk af tegen de ‘grote, gevaarlijke man’ die hem bij zich droeg.
Het meisje leek net haar mond te openen om iets te zeggen, toen de vrouw aan haar zijde haar haastig bij Sin wegtrok.
Met een niets onthullende grimas keek hij hen kort na en verborg het knuffeltje zoals eerst weer beter op in zijn zak. Zijn hoofd rustte nu tegen de paal. Voorzichtig nipte Sin wat van zijn water, alsof hij er liever niets van wilde verspillen.
Na enige tijd vielen zijn ogen als vanzelf dicht en dwaalden zijn geest weer af. Zijn bewustzijn bevond zich ergens tussen wakker-zijn en slaap, want als hij één ding had geleerd in de afgelopen tijd, dan was het dat het levensgevaarlijk kon zijn om de volledige controle over jezelf te verliezen... Zelfs hier in Safe Haven.
---Edit By Sander---
Beste Sanne,
Ik heb je Blur code verwijderd van je tekst, aangezien tegelijkertijd met de Blur je tekst wit werd, en dit mag niet.
In de regels staat duidelijk dat alleen staffleden een kleur gebruiken.
<3
Verder wil ik vragen of je niet het besluit van Aron, Grim en Olivia wil godmodden. Eerst moet er nog een topic komen dat Sin toegelaten wordt in Safe Haven, daarna kun je pas gaan RPG'en in Safe Haven. Ik weet niet hoe je dit op wil lossen, aangezien is het lullig vind als je alles moet wissen. Maar het is niet anders. Safe Haven is ook nog niet drukbezet, alleen Grim, Olivia en Aron zijn er nu nog. C.J. is onderweg, maar verder is er nog niemand in Safe Haven.